Het aanwenden van met water verdunde mest geeft minder ammoniakemissie én een plus op de grasopbrengst van 8 tot 17 procent. Dat meldt Verantwoorde Veehouderij. Het laatste bleek afgelopen zomer uit praktijkproeven van Proeftuin Natura 2000 Overijssel bij veehouders Jan Hemstede en Henk van Dijk. Proeftuin Natura 2000 Overijssel bekijkt hoe het de resultaten van deze praktijkproef kan verwerken in maatregelen met relatie tot mest.
Mest verdunnen met water wordt in de praktijk al toegepast bij bijvoorbeeld het bemesten met sleepslangen. Uit onderzoek van Wageningen UR blijkt dat het aanwenden van verdunde mest kan leiden tot 40% emissiereductie op bedrijfsniveau. Wat het betekent voor de opbrengst en de kwaliteit van het gras was nog niet onderzocht.
Nauwkeurig met zodenbemester
Afgelopen juni is eenmalig op een proefveld bij Hemstede en een proefveld bij Van Dijk verdunde en onverdunde mest nauwkeurig uitgereden met een zodenbemester met flowmeter. Een flowmeter is een instrument waarmee de doorstroming van de verdunde mest per tijdseenheid is te meten. Per proef zijn om en om vier stroken met onverdunde mest en vier stroken met verdunde mest uitgereden. Na het uitrijden is de opbrengst van gras in de eerstvolgende snede in hoeveelheid en kwaliteit bepaald.
Na het aanwenden van 20 kuub onverdunde mest en 40 kuub verdunde rundveedrijfmest per hectare met een verhouding van 1 deel water op 1 deel mest bleek dat het grasland met de verdunde mest 8 tot 17 procent meer opbrengst leverde. De VEM-waarde en het eiwitgehalte van het gras bemest met verdunde mest lagen bij Van Dijk wat lager. Dat komt mogelijk doordat de ontwikkeling van het gras daar eerder op gang is gekomen door een betere opname van de nutriënten. Bij Hemstede was de VEM-waarde en het eiwitgehalte gelijk. Het uitrijden bij Van Dijk vond plaats onder droge omstandigheden. (Verantwoorde Veehouderij)