Onder druk van LTO Nederland komt staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) op onderdelen van de derogatiebesluiten veehouders enigszins tegemoet. Ze kondigde vandaag knelgevallenregelingen aan voor zowel fosfaatkunstmest als de 80%-eis voor grasland. Boeren die gebruik maken van derogatie kunnen dit jaar nog fosfaatkunstmest benutten die voor 1 mei 2014 is aangeschaft.
Het verbod op fosfaatkunstmest kwam afgelopen weekend geheel onverwacht naar buiten. Met bestuurders van LTO was hier geen enkel overleg over geweest. “De manier waarop EZ in dit dossier met LTO Nederland omgaat, verdient bepaald geen schoonheidsprijs”, aldus LTO-bestuurder Hans Huijbers. “Het is niet uit te leggen aan boeren en telers, dat midden in het teeltseizoen eisen veranderen en nieuwe eisen min of meer bij toeval bekend worden.”
De staatssecretaris heeft op aandrang van LTO Nederland binnen 24 uur twee overgangsregelingen opgesteld voor circa 15.000 boeren, die gebruik maken van derogatie. Ook voor de 80% grasland-eis komt er een voorziening, waardoor enige verlichting is bereikt. Details van de overgangsregelingen worden een dezer dagen bekend op de website (www.rvo.nl).
Bij LTO-bestuurder Huijbers overheersen zeer gemengde gevoelens: “Dit is voor de derde keer in twee maanden tijd dat iets dergelijks gebeurt. Eerst over de eis van 80% grasland, toen over de dierrechten voor varkens en pluimvee en nu over fosfaatkunstmest. Telkens komen nieuwe eisen uit de lucht vallen. Zo ga je niet met elkaar om”, aldus Huijbers.
Met de aangekondigde overgangsregelingen komt EZ de veehouders volgens hem iets tegemoet. “Maar onze bezwaren zijn maar ten dele weggenomen. Voor telers is de appel ook zuur. Er komen gedeeltelijke oplossingen voor het seizoen 2014-2015, maar de problematische uitgangspunten van het derogatiebesluit (2014-2017) liggen er voor de daarop volgende jaren nog wél. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd.” LTO roept de Tweede Kamer op druk op Dijksma te houden. Het kabinet zou volgens Huijbers de kennis en expertise van maatschappelijke partners zoals LTO veel meer kunnen benutten om beleid te maken.