De hoogste snijmaïsopbrengst in KVEM per hectare is te verkrijgen met toediening van een kunstmestfosfaat. Het gewas kan daarbij op een akkerbouwbedrijf verbouwd worden. Dat meldt het Praktijknetwerk ‘Samen Sterk’ op basis van demo’s op twee melkveebedrijven en een gemengd bedrijf. Melkveehouders die zelf maïs willen telen kunnen de meeste opbrengst behalen door de drijfmest in de rij toe te dienen.
Binnen het praktijknetwerk wordt gekeken naar de mogelijkheden voor een optimale samenwerking tussen de melkveehouderij en de akkerbouw om de mineralenkringloop te verbeteren. Het netwerk bestaat uit twee melkveebedrijven en een gemengd bedrijf van akkerbouw en pluimvee uit Nooitgedacht in de Veenkoloniën. In 2014 zijn door het netwerk demo’s aangelegd: een demo bemesting snijmaïs met verschillende (kunst)mestsoorten en toediening én inzaai van verschillende groenbemesters in relatie tot aaltjesvermeerdering.
Sinds 2014 mogen melkveehouders met derogatie geen kunstmestfosfaat meer toepassen. Om na te gaan welke bemestingsmethode en welke meststof het beste rendement oplevert heeft het netwerk twee demovelden aangelegd. Bij de oogst is de opbrengst per hectare gewogen en zijn per demoveld de voederwaarden geanalyseerd. Het blijkt dat de meeste opbrengst in KVEM per hectare wordt verkregen bij toediening van kunstmestfosfaat. Melkveehouders met een derogatie-aanvraag kunnen de snijmaïsteelt beter uitbesteden aan een akkerbouwer. Door het telen van snijmaïs kunnen akkerbouwers een ruimere gewasrotatie realiseren. Derogatiebedrijven die zelf maïs telen kunnen de meeste opbrengst behalen door de drijfmest in de rij toe te dienen. Maïs met I-seed coating kwam hierbij het beste naar voren.