In het kader van het Europees gesubsidieerd onderzoeksproject Digesmart gaat een internationaal consortium uitzoeken in hoeverre er via de verwerking van digestaat kunstmestvervangers kunnen worden geproduceerd. De techniek die daarbij wordt gebruikt werd ontwikkeld door een Franse biogasproducent Enerbiom, de Spaanse en Italiaanse kennisinstellingen AINIA en SATA en het Belgische biogasplatform Biogas-E. Het project heeft een budget van meer dan 1 miljoen euro, waarvan 538.208 euro afkomstig uit het Europese Eco-Innovation Programma.
In het Franse Denain, net over de grens met België, exploiteert Enerbiom een biogasinstallatie. Daar wordt onderzoek gedaan naar de productie van kunstmestvervangers met behulp van een centrifuge, een strippingsproces en droging door zonnewarmte, waardoor de nutriënten aanwezig in het digestaat ook economisch tot waarde gebracht kunnen worden.
Het digestaat wordt na het vergistingsproces gecentrifugeerd om de vloeibare en vaste fracties van elkaar te scheiden. Het vloeibare deel wordt verder behandeld om een minerale kunstmeststof te produceren, terwijl de dikke fractie, die rijk is aan organisch materiaal, wordt gecomposteerd.
Daarna wordt de dunne digestaatfractie verhit op 80 graden. De vloeibare fractie wordt verspreid door sproeiers aan de bovenkant van de installatie, waardoor de ammoniak verdampt. De ammoniak wordt afgezogen en gaat door een luchtwasser, waar via zwavelzuur wordt omgezet in ammoniumsulfaat. Na het strippingsproces stroomt de vloeibare fractie over een dunne film op een hellend vlak bedekt met glas, waardoor de vloeistof verdampt. Daarna droogt de fractie verder uit op een warme vloer van glas.