De Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) heeft een protocol opgesteld waarmee de risico’s op emissies van stikstof en fosfaat bij toepassing van dierlijke mest kunnen worden beoordeeld. Het ministerie van Economische Zaken kan de beoordelingen gebruiken bij beleidsafwegingen voor gebruiksvoorschriften voor dierlijke mest.
Emissiearme toediening mest
Volgens het Besluit Gebruik Meststoffen moet dierlijke mest op emissiearme wijze worden toegediend. Het Besluit bepaalt ook in welke periode van het jaar dierlijke mest op het land mag worden gebracht. Deze voorschriften hebben tot doel om de emissies van stikstof en fosfaat naar het milieu te beperken. In de laatste jaren zijn producten uit mestverwerking beschikbaar gekomen. Deze nieuwe mestsoorten kunnen afwijkende emissie-eigenschappen hebben, zodat er aanleiding kan zijn om andere eisen te stellen aan de wijze waarop en de periode waarin het product op het land wordt gebracht. Het ministerie van Economische Zaken heeft aan de CDM gevraagd om een protocol op te stellen om het risico op emissies bij toepassing van dierlijke mest te beoordelen.
Het protocol beschrijft methoden waarmee de risico’s op emissies kunnen worden beoordeeld. Het risico op ammoniakemissie wordt bepaald met behulp van een uit de literatuur beschikbaar model. Het risico op nitraatuitspoeling naar het grondwater wordt beoordeeld met behulp van bestaande modelconcepten. Het risico op belasting van oppervlaktewater met stikstof en fosfaat wordt kwalitatief beoordeeld op basis van expertkennis. Het risico op lachgasemissie wordt gebaseerd op berekeningen met emissiefactoren. Bij de rapportage wordt een schatting van onzekerheden gegeven. De beoordelingen vinden plaats op verzoek van het ministerie van EZ en worden uitgevoerd door een werkgroep van de CDM.