De gewijzigde Meststoffenwet die vanaf 1 januari van kracht moet worden kent een hiaat, stelt Hans Verkerk, secretaris van de sector Meststoffendistributie binnen Cumela Nederland. Varkens- en rundveehouders met een fosfaatoverschot kunnen via een mestverwerker of mestexporteur hun verplichting om mest te verwerken ook overdragen aan een pluimveehouder.
De pluimveesector verwerkt vrijwel alle mest doordat deze wordt geëxporteerd of te verbranden in de biomassacentrale in Moerdijk. Door een contract af te sluiten met een mestexporteur voldoet een varkensbedrijf of rundveebedrijf met een overschot aan fosfaat in dierlijke mest al aan de verplichting om het overschot te verwerken. De noodzaak om in mestverwerking te investeren valt daardoor weg.
Een mestexporteur kan contracten voor het verwerken van kalvergier of varkensmest afsluiten, maar in de praktijk pluimveemest exporteren. Verwerkers en exporteurs van mest hoeven niet te verantwoorden van welke dieren de fosfaat die wordt verwerkt afkomstig is. Het schot tussen pluimveehouderij en andere veehouderijsectoren geldt alleen voor boeren, niet voor mesthandelaren en mestverwerkers, zegt Verkerk. Hij verwacht dat de veehouderijsectoren de komende jaren ruimschoots aan de verwerkingsplicht kunnen voldoen omdat alle fosfaat die wordt geëxporteerd mag meetellen.