Vooral op lichtere gronden is kali in de loop van de zomer een aandachtspunt. Daarom attendeert de commissie bemesting grasland en voedergewassen op voldoende aandacht voor bemesting met kalium in zomer en nazomer.
Dit geldt voor grasland en ook voor grasklaver. Deze is nog gevoeliger voor een tekort. Op percelen waar de kalitoestand laag is (ongeveer 25 procent van de grondmonsters), waar veel maaisneden gras vanaf zijn gehaald en/of waar minder drijfmest komt, is een kali aanvulling nodig in de zomer. Bij drie maaisnedes wordt al snel 300 kilo kali per hectare onttrokken, terwijl met bijvoorbeeld 40 kuub runderdrijfmest per hectare, met 5.5 kilo kali per kubieke meter, 220 kilo kali wordt aangevoerd. Dan is er een tekort van 80 kilo.
Aanvullen met dierlijke mest
Kali is belangrijk voor de vitaliteit van het gras en voor de groei. Een lichtere kleur over een perceel of gele puntjes op de oudere bladeren in het gras kan in deze tijd van het jaar bij natte omstandigheden wijzen op een kalitekort. Aanvullen kan via dierlijke mest, enkelvoudige kali meststoffen of een mengmeststof met bijvoorbeeld stikstof is mogelijk. Het risico van een kalitekort is in een nat jaar groter dan in een droog jaar.