Mest afvoeren en kunstmest aanvoeren past niet meer in deze huidige tijd, aldus Mark Heijmans van LTO. De Europese Nitraatrichtlijn zou volgens hem het beste afgeschafd kunnen worden.
In 2014 loopt het huidige vierde actieplan Nitraatrichtlaan af en zal het vijfde actieplan Nitraatrichtlijn in moeten gaan. Binnenkort beginnen de onderhandelingen hiervoor. LTO wil het liefste de gehele Nitraatrichtlijn afschaffen, maar dergelijke processen duren in Europa vele jaren.
LTO kiest daarom voor een defensieve insteek die leidt tot een andere invulling van de Nitraatrichtlijn in Nederland. De kernpunten zullen zijn, bodemvruchtbaarheid, faciliterend beleid, afschaffen van generieke gebruiksnormen en een praktijkgerichter beleid.
Bodemvruchtbaarheid
Grondgebruikers beseffen dat de bodem de basis is voor continuiteit, bedrijfsrendement en gewasopbrengst. Beleid en onderzoek moeten hier nog een inhaalslag maken, aldus Heijmans.
Faciliterend beleid
Ondernemers geven aan dat na 25 jaar mestbeleid de grond aan het verschralen is en de bodemvruchtbaarheid niet meer op peil gehouden kan worden. LTO wil daarom het gebruik van bodemverbeteraars stimuleren door onder andere te gaan werken met een fosfaatbalans voor grasland. HIermee kan op basis van onttrekking bemest worden.
Generieke gebruiksnormen
De tijd van onbeperkte gebruiksnormen zijn voorbij, maar met de huidige normen komen ondernemers in bepaalde gebieden in de problemen. Generieke gebruiksnormen werken daarom niet voor heel Nederland. Ondernemers zouden meer vrijheid moeten krijgen in de bedrijfsvoering zonder het milieu extra te belasten.
Praktijkgerichter beleid
Een ondernemer zou zijn optimale bemestingsgift moeten kunnen bepalen op basis van onder meer weersomstandigheden, voorvrucht, bemestingsverleden en opbrengstpotentie. Een ondernemer die een bemestingsplan maakt en kritisch is op de kostprijs voor kunstmestaankoop zal zeker niet teveel geven, vertelt Heijmans. Daarnaast zijn er veel praktijkzaken die gevangen worden door strenge regelgeving. Voorbeelden zoals een vanggewas zaaien na mais, ook als de weersomstandigheden het niet toelaat en het scheuren van grasland in het voorjaar verdienen een praktijkgerichter beleid.