In het rapport Invloed van voeding en mestsamenstelling op schuimvorming in rundveemest kon geen verband kon worden aangetoond tussen rantsoen- of mestsamenstelling en schuimvorming in de mestkelder van rundveebedrijven.
De laatste jaren ondervindt een toenemend aantal rundveebedrijven overlast van schuimvorming in de mestkelder. Schuimvorming leidt tot bevuiling van stal en dieren en tot gevaarlijke gassen, die giftig zijn (zwavelwaterstof, blauwzuurgas) en explosief (methaan).
Uit resultaten van eerder onderzoek is verondersteld dat voeding en mestsamenstelling een rol spelen bij het ontstaan van schuimvorming in de mestkelder.
Twee processen spelen bij schuimvorming een rol: vorming van gas en vorming van oppervlaktespanning-verlagende stoffen. De vorming van gas kan toenemen als de hoeveelheid verteerbare organische stof in de mest toeneemt, wat op kan treden bij een relatief slechte vertering in het dier.
Oppervlaktespanning-verlagende stoffen kunnen afkomstig zijn uit het dier (onverteerd vet, eiwit), toegevoegd (spoelwater, etc.) of ontstaan in de mest door specifieke micro-organismen. Om het effect van voersamenstelling en mestsamenstelling op de schuimvorming te onderzoeken zijn 15 melkveehouders en 6 rosé-kalverhouders één keer bezocht. Tijdens het bezoek zijn vragen gesteld over de mate van schuimvorming en de rantsoensamenstelling en zijn monsters genomen van verse mest op de roosters en van drijfmest uit de kelders. Voergegevens van de veehouders en van de voerleverancier zijn gebruikt om de opname aan eiwit, vet, zetmeel en celwanden te berekenen.
In de mestmonsters zijn de gehalten aan eiwit, vet, zetmeel en celwanden bepaald. De resultaten van bedrijven met en bedrijven zonder schuimvorming in de mestkelder zijn onderling vergeleken. De resultaten geven geen duidelijke aanwijzing dat voersamenstelling een rol speelt bij het optreden van schuimvorming in de mestkelder.
Related Links