Het pilotproject Biogreen concludeert dat het mogelijk is op basis van co-vergisting op industriële schaal Mineralenconcentraat (MC) te produceren met voldoende omvang voor afname in de regio, maar dat het nog moeilijk is om mede op basis van de bestaande technologie en procesbesturing recepturen te maken met constante en gewenste samenstelling in het seizoen.
Doordat MC industrieel verwerkt kan worden, kan MC aangemerkt worden als kunsmestvervanger, zo schets Aike Maarsingh, voorzitter van de stuurgroep Mineralenconcentraat en gaat ervanuit dat er een erkenning vanuit Brussel hiervoor komt.
Samenstelling MC
De gehaltes in de verschillende deelstromen zijn afhankelijk van de samenstelling van de ingaande mest, de toegepaste scheidingstechnieken en procesmanagement dat de ondernemer voert. Tijdens het productieproces zijn er kleine verliezen van N, voornamelijk in de vorm van ammoniak. Om tot een verdere indikking en hogere concentraties aan mineralen te komen zijn andere of nageschakelde technieken nodig.
Praktijkonderzoek
Ten aanzien van de landbouwkundige werking van mineralenconcentraten (MC) is een sterke focus gelegd bij de stikstofwerking. Dit is een relatieve maat voor de werking van het mineralenconcentraat ten opzichte van kunstmest. Hierbij is de vergelijking tot de N-werking van kalkammonsalpeter (KAS) en vloeibaar ammoniumnitraat gemaakt.
De N-werking van het mineralenconcentraat ten opzichte van KAS bedraagt gemiddeld 84% (bij basisbemesting via bouwlandinjectie) op bouwland. Bij toepassing in de akkerbouw is de N-werking op zandgrond hoger dan die op klei.
De N-werking van mineralenconcentraat op grasland en in maïs is vergelijkbaar met die van vloeibaar ammoniumnitraat. Naast N wordt ook K gewaardeerd, met name bij toepassing bij aardappel en maïs. De K in mineralenconcentraat kan voor de volle 100% ingerekend worden in bemestingsplan. Op melkveebedrijven kan K echter nadelig zijn indien de kaliumtoestand van de graslandbodem voldoende of meer dan voldoende is.
Gebruikerservaringen
Uit een enquête bleek dat de gebruikerservaringen overwegend positief waren. Op basis van N en K heeft mineralenconcentraat als meststof meer perspectief voor akkerbouwgewassen en snijmaïs dan voor grasland. Op grasland wordt het MC mineralenconcentraat veelal gemengd met drijfmest toegediend, hierdoor is de drijfmest makkelijker te doseren en verwerkbaar, maar neemt de ammoniakemissie ook toe. Emissiearme aanwending is verplicht en op het gebied van toedieningstechnieken zijn verbeteringen nodig voor lage dosering van het concentraat (minder dan 10 ton per ha).