Het huidige mestbeleid is gericht op het verminderen en voorkomen van waterverontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. Vooral in de zand en lössgronden is de nitraatnorm van grondwater, maximaal 50 milligram nitraat per liter, niet gehaald.
In de periode 2006-2010 liggen de concentraties mineralen op grofweg de helft van de meetlocaties nog boven de norm; dit geldt voor zowel grond- als oppervlaktewater. Dit blijkt uit een onderzoek van het Planbureau voor de leefomgeving dat in opdracht van de ministeries van EL&I en IenM is uitgevoerd.
In de zandregio voldoet 45 procent van de bedrijven aan de doelstelling van nitraatconcentratie, en in de lössregio 25 procent. In het zuidelijk zandgebied ligt de gemiddelde nitraatconcentratie nog tweemaal zo hoog als de doelstelling; daar voldoet circa een vijfde van de bedrijven aan de norm.
Het PBL constateert het volgende:
- Door het gevoerde mestbeleid gaat de Nederlandse landbouwsector steeds efficiënter om met mineralen.
- In de klei- en veenregio ligt het gemiddelde nitraatgehalte in het bovenste grondwater met 35 mg/l respectievelijk 9 mg/l gemiddeld ruim onder de doelstelling in de Nitraatrichtlijn van 50 mg/l. In de zand- en lössregio ligt het gemiddelde nitraatgehalte in het grondwater met 70 respectievelijk 80 mg/l nog boven de 50 mg/l, waarbij de hoogste concentraties gevonden worden in het zuidelijk zandgebied. Sinds 2003 is de afname van het nitraatgehalte beperkt.
- Op graslandbedrijven die gebruik maken van een derogatie (circa 45% van het landbouwareaal) wordt gemiddeld genomen een nitraatconcentratie gemeten die onder de doelstelling ligt. Dit geldt ook voor het zandgebied.
Tussen 1990 en 2010 is het aantal meetpunten in het oppervlaktewater dat aan de KRW-doelen voldoet gestegen van 30 tot 50%. De winst is vooral vóór 2000 geboekt, mede door een forse sanering van rioolwaterzuiveringsinstallaties, industrie en huishoudens als bron van belasting. - De belasting van het oppervlaktewater vanuit de landbouw is in 20 jaar met 25% voor stikstof en 10% voor fosfaat gedaald. Deze afname is het resultaat van dalende bemesting, maar ook van gebruiksvoorschriften die moment en wijze van mestaanwending reguleren. Hierdoor spoelt er minder mest oppervlakkig af van landbouwpercelen. Overigens is de belasting van het oppervlaktewater vanuit andere bronnen nog meer gedaald dan de belasting vanuit de landbouw, zodat de landbouw inmiddels wel de belangrijkste bron van nutriënten in het oppervlaktewater is.