Voor de biologische landbouw is het van groot belang de stikstofverliezen zo veel mogelijk te beperken en de beschikbare mest, samen met de door vlinderbloemigen vastgelegde stikstof, zo efficiënt mogelijk te benutten. Metingen laten zien dat de nitraatuitspoeling onder biologisch grasland veelal laag is, maar dat de nitraatconcentraties na het scheuren van grasland voor graslandvernieuwing of voor de teelt van voedergewassen hoog oplopen. Deze nitraatcijfers worden veroorzaakt door hogestikstofmineralisatie na scheuren van grasklaver. Ondanks deze hoge stikstofbeschikbaarheid wordt in de praktijk snijmaïs nog met 20-40 m3 drijfmest bemest. Vraag is of dit wel een efficiënt gebruik van de beschikbare mest is. Daartoe is in de afgelopenjaren een aantal experimenten bij praktijkbedrijven uitgevoerd, waarbij bemestingsniveau, tijdstip van grondbewerking en gewaskeuze werden gevarieerd en de effecten daarvan op de N-mineraalhuishouding in de bodem en de productie zijn bepaald. In ditrapport worden deze experimenten geanalyseerd, nadat eerst de biologische snijmaïsteelt en nitraatuitspoeling na het scheuren van grasklaver zijn beschreven
Related Links