Monitoring van de regionale oppervlaktewaterkwaliteit door waterschappen en de meetinspanningen van het Landelijk meetnet effecten mestbeleid (LMM) sluiten onvoldoende op elkaar aan om de effecten van de maatregelen in de landbouw op de regionale oppervlaktewaterkwaliteit te beschrijven. Dit was een van de conclusies van de evaluatie van de meststoffenwet 2007 (RWS RIZA rapport 2007.002). Een knelpunt was dat in het LMM de slootwaterkwaliteit in de winter bemonsterd werd, omdat dan effecten van uitspoeling vanuit de landbouw het grootste zijn. Bij de monitoring van nutriënten in het oppervlaktewater ligt echter de nadruk op ecologische effecten. Deze effecten worden getoetst aan de zomergemiddelde concentratie. Daarom is sinds 2008 in het LMM een pilotstudie gestart waarbij op LMM bedrijven ook de slootwaterkwaliteit in de zomer bepaald wordt. Om met samen met de waterschappen te komen tot verbetering van de monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit zijn met een aantal waterschappen oriënterende gesprekken gevoerd. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat waterschappen over het algemeen een positieve houding hebben ten aanzien van harmonisatie van meetnetten om te komen tot beter inzicht in de effecten van het generieke mestbeleid op de waterkwaliteit. Waterschappen gaven wel aan dat aanpassen van hun meetnetten niet zonder meer mogelijk werd geacht. Daarom is aansluiting bij het LMM gewenst. De waterschappen zien graag een concreet voorstel voor de harmonisatie van de oppervlaktewatermeetnetten. Voorafgaand aan eventuele aanpassingen van meetnetten is het belangrijk dat behoeften van het Rijk en de waterschappen aan waterkwaliteitsgegevens geïnventariseerd en afgestemd worden.
Related Links