Als u meer dan 3 vleesvarkens of meer dan 250 legkippen houdt, heeft u dierrechten nodig om deze dieren te houden.
Het dierrechtenstelsel is een systeem van productierechten dat is bedoeld om de hoeveelheid geproduceerde dierlijke mest te beperken. Er zijn grenzen gesteld aan het aantal varkens, kippen en kalkoenen dat een veehouder mag houden. Op die manier moet de hoeveelheid dierlijke mest afnemen. Zo ontstaat een beter evenwicht tussen de behoefte aan mest in akker- en tuinbouwgebieden en de hoeveelheid dierlijke mest die wordt geproduceerd.
Ondersteuning gebruiksnormenstelsel
Dierrechten zijn bedoeld als een ondersteuning van het Gebruiksnormenstelsel. Het ministerie kan door middel van dierrechten makkelijker controle uitoefenen op de hoeveelheid in Nederland geproduceerde mest. De dierrechten zijn opgedeeld in varkensrechten en in pluimveerechten. Eén varkenseenheid is gelijk aan 7.4 kg fosfaatproductie per jaar. Eén pluimvee-eenheid is gelijk aan de forfaitaire mestproductie van één legkip (0,5 kg fosfaat).
Hoe u kunt berekenen hoeveel varkens, kippen of kalkoenen u mag houden, leest u in tabel 11: Omrekennormen varkens- en pluimvee-eenheden.
Regels vereenvoudigd
Per 1 januari 2006 zijn de regels voor dierrechten vereenvoudigd. Er zijn nu minder regels en dierrechten zijn alleen nog verplicht voor varkens, kippen en kalkoenen. Elke boer moet een administratie bijhouden waarin kan worden nagegaan hoeveel varkens, kippen of kalkoenen zijn bedrijf telt.
Hobbydieren
Voor varkens, kippen of kalkoenen die niet bedrijfsmatig voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden, zijn geen dierrechten nodig, wel geldt er een maximum voor het aantal te houden dieren. Een particulier mag bijvoorbeeld drie vleesvarkens houden, of 250 legkippen, zonder over dierrechten te beschikken.