Tot nu toe heeft het meeste onderzoek naar sensoren plaatsgevonden in wintertarwe en mais (in de VS). In de VS zijn voor deze gewassen al bemestingsadviezen op grond van sensormetingen ontwikkeld. Voor aardappelen is dat echter nog niet het geval.
Bij wintertarwe en mais gaat het om het bovengrondse deel van de plant. Relaties tussen opbrengsten en sensormetingen zijn daarom eenvoudiger vast te stellen.
Bij het ‘sensen’ van aardappelen, meet je met de sensor de toestand van het bovengrondse deel (het loof), terwijl het uiteindelijk natuurlijk om de knollen in de bodem gaat. Het is dus moeilijker om relaties tussen sensormetingen en aardappelopbrengsten af te leiden, maar er zijn ondertussen veel mensen aan het werk om dat te bewerkstelligen. Komend seizoen worden zeer waarschijnlijk de eerste rekenregels in de praktijk getest.Sensoren kunnen bij aardappelen al wel worden ingezet om te bepalen hoeveel loofddodingsmiddel nodig is om het loof effectief dood te spuiten. Hierdoor kan er flink bespaard worden op middelen, wat zowel gunstig is voor het milieu als voor de portemonnee.Zo vorderen we langzaam in het sensorenonderzoek.
Aardappelen vormen in Nederland een belangrijk gewas en ik denk dan ook dat er met sensoren in de aardappelteelt nog veel winst te behalen valt. We blijven dan ook door gaan met ons onderzoek naar de bruikbaarheid van sensoren voor aardappelen, maar ook voor andere gewassen.Bij wintertarwe en mais gaat het om het bovengrondse deel van de plant. Relaties tussen opbrengsten en sensormetingen zijn daarom eenvoudiger vast te stellen.Bij het ‘sensen’ van aardappelen, meet je met de sensor de toestand van het bovengrondse deel (het loof), terwijl het uiteindelijk natuurlijk om de knollen in de bodem gaat. Het is dus moeilijker om relaties tussen sensormetingen en aardappelopbrengsten af te leiden, maar er zijn ondertussen veel mensen aan het werk om dat te bewerkstelligen. Komend seizoen worden zeer waarschijnlijk de eerste rekenregels in de praktijk getest.