In de nazomer van 2005 heeft de Europese Commissie aan Nederland een derogatie toegekend. Daarmee is een ruimer gebruik van dierlijke mest mogelijk op melkveebedrijven gedurende de periode 2006-2009. Deze toekenning vond plaats op basis van een onderbouwing die, onder meer, stoelde op onderzoek van Schröder et al. (2005) en Aarts et al. (2005). Beide studies deden aannames ten aanzien van, bijvoorbeeld, de mate waarin (1) evenwicht heerst tussen mineralisatie en vastlegging van stikstof (N) in de bodem, (2) proefveldresultaten representatief zijn voor de praktijk, (3) weersomstandigheden representatief zijn voor de lange termijn, (4) relaties tussen bodemoverschot en nitraatconcentraties geldig zijn over een breed traject van overschotniveaus, en (5) jaarlijkse schommelingen van de nitraatconcentratie mogen worden uitgemiddeld in de tijd. Om met ingang van 2010 opnieuw een derogatie te krijgen, zal Nederland in de loop van 2009 een geactualiseerde wetenschappelijke onderbouwing moeten aanleveren. Deze moet behalve ‘Nitraatrichtlijn proof’, ook ‘Kaderrichtlijn Water proof’ zijn. Het ministerie van LNV heeft aan de CDM gevraagd om in kaart te brengen welke aannames een nadere toets behoeven en tijdig aan te geven welke data hiervoor de komende jaren verzameld dienen te worden. De CDM heeft aan de Werkgroep Onderbouwing Gebruiksnormen (WOG) gevraagd om deze inventarisatie uit te voeren.
Related Links